Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij zullen [3]het gezicht des lands bedekken, alzo dat men de aarde niet zal kunnen zien; en zij zullen afeten [4]het overige van hetgeen ontkomen is, hetgeen ulieden overgebleven was van den hagel; zij zullen ook [5]al het geboomte afeten, dat ulieden uit het veld voortkomt. 3. Hebreeuws, het oog; dat is, al het land, dat men op andere tijden kan zien of beogen. 4. Te weten, de tarwe en spelt gelijk boven, hfdst.9 vs.32. 5. Dat is, al de vruchten en bladen der bomen.